Oorzaak: de bovendraad is op; de naaivoet staat niet omlaag; de spoeldraadas is niet in de juiste positie.
Oplossing: Vervang de lege spoel en identificeer de naald opnieuw; laat de naaivoet zakken; druk de spoelspoel tot het einde en keer terug naar links; zet de knoopsgathendel omlaag.
Tijdens het gebruik van de naaimachine kunnen veel storingen eenvoudig op het werkoppervlak worden opgelost en is het niet nodig om een monteur te vragen om veel werk te doen, zoals het omdraaien van de schakelaar of zelfs maar één keer de naald vervangen. Als het werkt, kan het een lange tijd voorkomen. Werkonderbrekingen op de bouwplaats en ontmanteling van de machine veroorzaakten een puinhoop op het werkoppervlak. Hieronder vindt u enkele kleine fouten die vaak optreden tijdens het naaien en hoe u deze kunt verhelpen:
Plotselinge stop tijdens het naaien; het stroomindicatielampje brandt, maar het handwiel staat stil.
1. Mogelijke oorzaak (hierna "oorzaak" genoemd): De naaimachine heeft lange tijd op een laag toerental gewerkt; oververhitting van de machine kan ertoe leiden dat de motor automatisch wordt uitgeschakeld.
Oplossing (hierna "oplossing" genoemd): Schakel de stroom uit en wacht 20 minuten, het veiligheidsapparaat zal opnieuw opstarten en de naaimachine is klaar om te gaan werken.
2. Bovendraad is gebroken
Redenen: onjuiste inrijgmethode; draad geknoopt; draadspanning is te groot; de naald is gebogen, stomp of blaren; de naaldmaat is onjuist; de naald is niet goed geplaatst; de naald en draad zijn niet goed op elkaar afgestemd; de aanvankelijke naaisnelheid is te hoog; de draad wordt niet opgepakt Bedraad apparaat.
Oplossing: herstart de thread normaal; knopen in de draad elimineren; pas de druk van de draadklem aan; vervang de naald; vervang de naald van de juiste maat; plaats de naald op de juiste manier; verander de draad of naald; start de naaimachine op gemiddelde snelheid; controleer de inrijgprocedure.
3. Trui
Oorzaak: De draadspanning is te groot; de naald is gebogen of stomp; de naaldmaat is verkeerd; de naald en draad zijn niet goed op elkaar afgestemd; de draad is niet door de draadophaalhendel gegaan; de druk van de naaivoet is niet voldoende; de naald is niet goed geplaatst.
Oplossing: stel de draadspanning af; vervang de naald; selecteer de juiste maat naald; vervang de naald of draad; controleer de inrijgstappen; verhoog de druk van de naaivoet; laad de naald opnieuw.