Controleer de eerste draadklem zorgvuldig en pas deze redelijk aan om de losheid van de draad te waarborgen;
Pas de hoogte van de naaldstang aan volgens de norm en pas de tijd en opening tussen de naald, de naaldbeschermer en de haak redelijk aan;
Verwijder het ondermes. Slijp of vervang het mes door een nieuw mes en verwijder het vuil op de onderste schaar om onnodige draadbreuk te voorkomen.